Verzorgd door Renée Zeylmans († 16 februari 2018)
Een mens die tegen de antroposofie van leer trekt b.v. omdat zijn vriend antroposoof is geworden, gaat door de poort van de dood. En nu steekt dat verlangen, dat misschien juist de oorzaak was waardoor hij tegen de antroposofie tekeer ging, de kop op en maakt zich kenbaar als de innigste wens om de antroposofie te leren kennen.
Deze wens moet onvervuld blijven; want hoe zou een mens na de dood de gelegenheid hebben deze wens zelf te bevredigen? Maar door een eigenaardige samenloop van omstandigheden kan in zo’n geval degene die op aarde is achtergebleven de andere helpen en aan diens situatie iets veranderen. En hier doet zich de situatie voor die ook in onze kringen in talrijke gevallen kan worden waargenomen.
We kunnen b.v. de gestorvenen voorlezen (...) Dan nemen we in gedachten de dingen met hem door die bijvoorbeeld in een antroposofisch boek staan. We hoeven dat alleen maar in gedachten te doen; daarmee bereiken we rechtstreeks degene die door de poort van de dood is gegaan. En zolang hij in de kamaloka-toestand verkeert, is de taal ook geen belemmering. Dat zou pas het geval zijn wanneer de gestorvenen in het devachan is.
Rudolf Steiner, Berlijn 3 december 1912
GA 141: Das Leben zwischen Tod und neuer Geburt in Verhältnis zu den kosmische Tatsachen (De wereld van de gestorvenen)
Renée Zeylmans
Overleden op 16 februari 2018
Uitgeverij Pentagon
Vertalingen van Rudolf Steiner, opvoeding en vrijeschoolpedagogie
Weteringschans 54-a
1017 SH Amsterdam
020 622 7679