menu
Het citaat van de dag

Verzorgd door Renée Zeylmans († 16 februari 2018)


Aan de leden

De juiste verhouding van de vereniging tot de Antroposofie

Antroposofie kan alleen gedijen als zij leeft. Want de grondtrek van haar wezen is leven. Zij is uit de geest stromend leven. Daarom wil ze door de levende ziel, door het warme hart met toewijding beoefend worden.

De oervorm waarin zij onder mensen kan verschijnen is de idee. En de eerste poort waardoor zij toegang tot de mensen zoekt, is het inzicht; als dat niet zo zou zijn dan zou zij geen inhoud hebben. Zij zou slechts uit dweperige gevoelens bestaan. Maar de ware geest dweept niet; die spreekt een duidelijke taal, rijk aan inhoud.

Maar deze taal is er een die de gehele mens aanspreekt, niet alleen zijn verstand. Wie alleen met het verstand de antroposofie opneemt doodt haar door zijn manier van opnemen. Zo iemand denkt dan misschien dat het om ’’kille wetenschap’’ gaat. Maar hij merkt niet dat zij alleen maar haar warme leven verloren heeft door de ontvangst die hij haar in zijn ziel bereid heeft.

(…) Wanneer het mensenhart zich tot het boek wendt om over Antroposofie te horen, moet zij telkens nieuw tot leven komen.

(…) Dat kan alleen maar zo zijn als de schrijver door het leven van de geest is bewogen en daardoor in staat is aan het dode geschreven woord toe te vertrouwen wat de naar geestelijk levende zoekende ziel van de lezer kan ervaren als een wederopstanding van de geest uit het woord. Alleen boeken die in de lezende mens levend kunnen worden, zijn antroposofische boeken.

(…) Wie iemand over Antroposofie hoort spreken wil die mens in zijn hele oorspronkelijke wezen voor zich hebben, niet een gesproken opstel..

(…) Reeds in onze woorden moet doorklinken wat niet propagandistisch overtuigen, maar wat alleen uitdrukking aan de geest wil geven.

(…) We mogen ons niet met de schone schijn van het geheimzinnige doen omgeven. De huidige tijd verdraagt die schone schijn niet. Ze wil in de volle openbaarheid werken. Het ’geheim’ ligt niet in het geheimzinnig doen, maar in de innerlijke ernst, waarmee in elk hart de Antroposofie nieuw beleefd moet worden. Zij is niet op een uiterlijke manier overdraagbaar. Zij kan alleen in het innerlijk beleven door de ziel begrepen worden. Daardoor wordt ze tot een ’’geheim’’ dat telkens in het begrijpen opnieuw ontsloten moet worden. Als men dit karakter van het ’’geheim’’ inziet, dan zal men ook de juiste ’’esoterische’’ gezindheid in zijn ziel dragen.

 
Rudolf Steiner, 27 januari 1924

GA. 260a, aan de leden 11. Was in der Anthroposofischen Gesellschaft vorgeht – 1ste jaargang 1924. (Brieven aan de leden van de Antroposofische vereniging, uitgave AViN). De titels werden door Marie Steiner in de uitgave van 1930 boven de brieven geplaatst.


Van de macht die alle wezens bindt,
bevrijdt de mens zich die zichzelf overwint,
en die in deze overwinning
zichzelf pas werkelijk vindt,
zoals de hele mensheid werkelijk
in Christus zichzelf kan vinden.

 
Rudolf Steiner, Berlijn 25 januari 1912

GA 40. Gedichten, spreuken, meditaties.


Wij worden vanuit de kosmos gedacht. De kosmos denkt ons.

(…) Mediteert u maar eens over het volgende idee: Ik denk mijn gedachten. -En ik ben een gedachte die door de hiërarchieën van de kosmos wordt gedacht. Het eeuwige van mij bestaat erin dat het denken van de hiërarchieën iets eeuwigs is.

Als ik ooit door een categorie van de hiërarchieën ben uitgedacht, dan word ik overgedragen van de ene categorie op de andere, opdat deze op zijn beurt mij in mijn eeuwige, ware wezen verder denkt –zoals de menselijke gedachte van de leraar op de leerling wordt overgedragen. Zo voel ik me midden in de gedachtewereld van de kosmos.

 
Rudolf Steiner, Berlijn 23 januari 1914

GA 151. Der menschliche und der kosmische Gedanke (Het menselijke en kosmisch denken)


Onze liefde moge je volgen,
ziel, die daar leeft in de geest,
die haar aardeleven schouwt,
schouwend zich als geest-erkent
en wat jou in de zielenwereld
denkend als eigen wezen verschijnt
neme onze liefde op
opdat wij in jou ons voelen
jij in onze ziel kunt vinden
wat met jou (in trouw) wil leven.

 
Rudolf Steiner, 22 januari 1918

GA 181. Der Tod – die andere Seite des Lebens. (De dood de andere zijde van het leven, uitg. Zevenster)


Wie over antroposofie wil spreken moet vooropstellen, dat hetgeen hij wil zeggen eigenlijk niets anders is dan wat uit het hart van zijn toehoorders komt. Dat is, waar ter wereld ook, altijd de bedoeling van de inwijdingswetenschap geweest. De grondtoon van een antroposofische uiteenzetting moet daarom de behoefte raken van de harten der mensen die antroposofie nodig hebben.

(…) religie is een woord zonder inhoud geworden. De mens heeft om zich heen in de beschaving wat oude tijden als wetenschap, kunst en religie bezaten. Maar de wetenschap der ouden is weggevallen. De kunst der ouden wordt niet meer ervaren in haar vroegere innerlijkheid. En wat als surrogaat naar voren komt kan de mens niet meer uit de fysieke substantie opheffen tot het stralen van de geest in de stof.

(…) Maar nu is de stem van het geweten veruiterlijkt. De wetten van de moraal worden niet meer teruggevoerd tot de goddelijke impulsen.

(…) Zo staat de mens nu tegenover de wereld. Uit deze gevoelens ontstaan de vragen die de antroposofie moet beantwoorden. De harten, die spreken vanuit deze stemming, zeggen: waar is het wereldinzicht dat deze gevoelens recht doet wedervaren?

Dat wereldinzicht wil de antroposofie brengen. En zij wil zo over wereld en mensen spreken, dat opnieuw iets kan ontstaan, wat begrepen kan worden met het moderne bewustzijn, zoals de oude wetenschap, oude kunst, oude religie begrepen zijn door het oude bewustzijn.

De antroposofie heeft, door de stem van het menselijk hart, zelf de geweldige opgave: de dorst te lessen van de hedendaagse smachtende mens. En daarom moet zij leven! Dat, beste vrienden, wil antroposofie zijn. Zij wil beantwoorden, aan wat de mens het vurigst verlangt voor zijn uiterlijk en voor zijn innerlijk bestaan. En zo ontstaat de vraag: kan er thans nog zulk een wereldbeschouwing bestaan?

De Antroposofische Vereniging dient de wereld hierop te antwoorden. Zij moet de weg vinden om de harten der mensen te laten spreken vanuit hun diepste smachtend verlangen. Dan zullen deze harten stellig ook het diepste verlangen naar de antwoorden beleven.

 
Rudolf Steiner, 19 januari 1924

GA 234 Anthroposophie – Eine Einführung in die anthroposophische Weltanschauung (Grondslagen van de Antroposofie - nader uitgewerkt)


toon meer citaten

Adressen en bronnen

Renée Zeylmans

Overleden op 16 februari 2018

Nearchus CV

Uitgeverij voor Sociale Driegeleding

Postbus 387

9400 AJ Assen

0592 408 989

www.nearchus.nl

Uitgeverij Pentagon

Vertalingen van Rudolf Steiner, opvoeding en vrijeschoolpedagogie

Weteringschans 54-a

1017 SH Amsterdam

020 622 7679

www.uitgeverijpentagon.nl

Stichting Rudolf Steiner Vertalingen

'Werken en Voordrachten' in het Nederlands

Boswachtersveld 203

7327 JS Apeldoorn

www.steinervertalingen.nl