Verzorgd door Renée Zeylmans († 16 februari 2018)
Het moet diep tot ons doordringen, dat we eigenlijk helemaal geen vaste grond hebben waarin we kunnen wortelen, dat we dus aldoor een speelbal van de illusie zijn. En tot dit inzicht moet beslist iedereen komen, die de weg van de esotericus wil gaan. En een bepaald gevoel zal bij de meeste mensen optreden, namelijk een gevoel van vertwijfeling, van verlatenheid, van angst. Een angst zoals men die kent, wanneer men aan de rand van een berg staat en onder zich een diepe afgrond gewaarwordt. Vertwijfeling, verlatenheid zullen de beginnende esotericus omgeven, omdat iedere steun die hij in het leven meende te hebben, als een maya, een illusie van hem afvalt. Zijn God schijnt hem ontnomen te zijn, omdat hij in de hele schepping alleen het onechte, het bedriegelijke ziet; dit inzicht kan hem zelfs tot atheïsme brengen.
(…) We zullen later inzien dat het wijs en goed is, dat de wereld maya, illusie is.. Wanneer alles ware werkelijkheid zou zijn, zouden wij zelf niet langer naar waarheid, naar volkomenheid streven, we zouden geen vaardigheden kunnen ontwikkelen. We zouden nooit gelegenheid hebben om vanuit onszelf, vanuit eigen vrijheid naar het ware inzicht te zoeken.
(…) Het ware goddelijke ligt achter de zichtbare schepping verborgen – dat is de grote waarheid die we als esotericus achter de zintuiglijke schijn moeten zoeken. En omdat de wereld een illusie is, geeft ze ons juist de gelegenheid ons ik door valse schijn heen tot ontwikkeling te brengen, zodat we zelf de werkelijkheid, de godheid moeten vinden.
De esoterische scholing geeft ons bepaalde oefeningen, concentratie- en meditatieoefeningen, waarbij door het oefenen innerlijke zielekrachten in ons kunnen worden gewekt, die anders nog lang zouden blijven sluimeren.. Ik wil hier nog duidelijk benadrukken dat de leerling zich niet op die weg moet begeven enkel vanuit het vertrouwen in zijn leraar of wellicht vanuit een blinde verering voor hem, want dat zou helemaal de verkeerde weg zijn. Hij moet zijn eigen verstand gebruiken bij alles wat hij doet. Hij moet als hij in zijn meditaties verdiept is, niet geloven dat daar een suggestieve kracht van uitgaat, want dat zou een geheel verkeerde aanname zijn. Ze kunnen niet suggestief werken, omdat ze zo zijn samengesteld dat iedereen door zichzelf de imaginatie bereikt, waarop door de oefeningen slechts gewezen wordt.
(…) De mens zal geleidelijk aan beleven alsof er iets naast hem loopt iets dat meedenkt, meeluistert. Het is een tweede ik dat te voorschijn komt, een dubbelganger die men buiten zich heeft geplaatst. Hoe serieuzer iemand de esoterische weg is gegaan, des te meer plaats hij van zijn oude mens buiten zich.
(…) Dat is niet steeds een aangename ervaring. Maar het besef deze dubbelganger altijd bij zich te hebben, zal hem zijn tekortkomingen in het bewustzijn roepen, opdat hij zich zal verbeteren. Hij moet voortdurend deze aanwezigheid beleven, anders zou het gevaarlijk worden en zou hij bij al zijn hoge idealen en intenties vergeten wat eigenlijk zijn innerlijk leven en zijn tekortkomingen zijn.
Hoe sterker de dubbelganger optreedt, des te beter is het voor onze ontwikkeling, want anders zouden we ons aan een grote illusie over onszelf overgeven.
Rudolf Steiner, Hannover 31 december 1911
GA 264. Zur Geschichte und aus dem Inhalten de ersten Abteilung der esoterischen Schule 1904-1914 (Esoterische Scholing)
Renée Zeylmans
Overleden op 16 februari 2018
Uitgeverij Pentagon
Vertalingen van Rudolf Steiner, opvoeding en vrijeschoolpedagogie
Weteringschans 54-a
1017 SH Amsterdam
020 622 7679