Boekweitpoffertjes met noten en kaas
En lenteboter
De lente laat als eerste de voorjaarskruiden ontwaken. Bieslook, munt en citroenmelisse geuren al boven de opwarmende aarde.
Voor- of bijgerecht voor 4 personen
voor de poffertjes
- 100 gram boekweitmeel
- 50 gram tarwemeel
- 50 gram walnoten
- 50 gram goed belegen kaas
- 250 à 350 ml volle melk
- 1 ei
- milde olijfolie
voor de boter
- 100 gram boter
- verse bieslook
- klein bosje citroenmelisse
- paar takjes munt
- zeezout naar smaak
Boter zacht laten worden op kamertemperatuur. Bieslook fijn knippen. Munt en melisse blaadjes fijn hakken. Boter, munt, melisse en zout goed mengen.
Poffertjespan verwarmen. Walnoten goed fijn hakken of malen. Kaas raspen op een fijne rasp. Meel, noten en kaas goed mengen. Ei toevoegen en goed mengen. Scheutje voor scheutje de melk toevoegen en goed mengen tot een dik beslag.
Holletjes in de pan met een kwastje insmeren met olie. Beslag in de holletjes schenken. Wanneer het beslag aan de bovenkant droog is, de poffertjes met een vork omkeren en nog even bakken. In de pan achtergebleven beslag of kaas eerst verwijderen voordat je er nieuw beslag in schenkt.
Serveer de poffertjes met lenteboter.
Week 1 van april