Graansalade met winterfruit
Kruidig scherp, hartig en zoet
Sinaasappels noem ik winterfruit omdat zij pas na een flinke nachtvorst oranje kleuren. Ze hebben dus iets met kou. Ze zijn er volop in de winter, juist wanneer bij ons het inheemse fruit minder wordt.
Dat is ook zo met bananen. Een bananenboom geeft van naturen drie seizoenen lang vruchten. Steeds weer zijn er nieuwe trossen bananen rijp. Behalve in de zomer. En dan zijn er genoeg andere vruchten.
Doch het (sub)tropische fruit en met name de sappige sinaasappel heeft een verkoelende werking. Combineer dit fruit daarom bij voorkeur met iets verwarmends. In dit gerecht is dat het graan, de olijfolie, de gember, de peper en de kardemom.
Recept voor 4 personen
- 300 gram haver, gerst of rijst
- 300 gram tempé
- 4 bananen
- 4 peren
- 1 sinaasappel
- een stukje verse gember
- 1 theelepel kardemom
- ½ theelepel peper
- kristalzout naar smaak
- 50 ml olijfolie voor de dressing
- olijfolie om in te bakken
Het graan koken zoals u het gewend bent of zoals op de verpakking beschreven staat. Het is goed om haver en gerst vooraf aan het koken ongeveer 6 uur te weken en na het koken minimaal een uur te laten nawellen. Graan laten afkoelen.
Tempé in blokjes snijden en op een laag vuur, in olijfolie bruin en krokant bakken.
De schil van de sinaasappel raspen op een fijne rasp. Rasp alleen het oranje schilletje. Het witte velletje er onder is erg bitter. Sinaasappelrasp mengen met de olijfolie, peper en de kardemom.
Gember raspen op een fijne rasp en toevoegen aan de dressing. Sinaasappel uitpersen. Sinaasappelsap toevoegen aan de dressing.
Bananen en peren in stukjes snijden. Fruit, tempé en dressing door het graan mengen. Op smaak brengen met zout.
Lekker na een heldere groentesoep, zoals de Japanse uiensoep van vorige week.
Week 3 van januari