Rijst met amandelsaus en sesamzout

Op een bedje van lentegroen met abrikozendressing

Noten en zaden passen goed in een hartige, warme maaltijd. Ze bevatten veel voedingsstoffen en hebben een warmte-kwaliteit die de moderne mens in zijn ontwikkeling goed kan gebruiken. Het spreekt ons ik-bewustzijn aan.

Hoofdgerecht voor 4 personen

• 300 gram rijst (2 kopjes)
• 75 gram fijne spinazie
• 1 bosje raapstelen
• klein bosje rucola
• 4 volle eetlepels donkere amandelpasta
• shoyu of tamari naar smaak
• 1 citroen
• 8 eetlepels sesamzaad
• zeezout naar smaak
• 4 eetlepels abrikozenjam

Rijst 30 minuten koken in 4 kopjes water en 45 minuten laten nawellen.

Spinazie en rucola wassen. Raapstelen wassen en fijn snijden.

Sesamzaad roosteren in een droge koekenpan, totdat de zaden lichtbruin kleuren en lekker geuren. Sesam malen in een vijzel en mengen met een beetje zout.

Abrikozenjam verdunnen met een klein scheutje water. Goed roeren.

Citroen raspen op een fijne rasp. Rasp alleen de gele schil, het witte velletje eronder is erg bitter. Citroen persen.

Amandelpasta mengen met citroenrasp en met shoyu en citroensap naar smaak.

Spinazie, raapstelen en rucola over 4 platte borden verdelen. Smeer 1 kommetje in met een beetje olie. Doe deze vol met rijst en draai het kommetje om boven de lente-groenten, zodat de rijst in een halve bolvorm op de salade ligt. Herhaal dit 3 keer.

Amandelsaus over de rijst schenken. Abrikozendressing over de bladgroenten schenken of met een lepel verdelen. Gomasio over het gerecht strooien.

Lekker met gekookte bloemkool, rode bieten of gebakken knolselderij.

Week 3 van mei