Zomergierst
Met peultjes, doperwten en aalbessen
De eerste vrucht- en zaadgroenten in het seizoen zijn de vlinderbloemige peultjes, doperwten en kapucijners. Ze hebben nog iets weg van het bladgebied van een plant: Ze zijn groen en als zaad nog onrijp. Ze zijn lekker mals en sappig.
Recept voor 4 personen
- 200 gram gierst
- 650 ml water
- 600 gram doperwten
- 400 gram peultjes
- 4 zomerworteltjes
- 100 gram rode aalbessen
- 2 bosuitjes
- verse blaadjes salie, ongeveer 20
- een paar takjes verse munt
- 8 gedroogde pruimen
- geroosterde sesamolie
- olijfolie
- vers gemalen peper
- zeezout
Doperwten doppen. Peultjes afhalen: Aan beide zijde van het boontje het puntje wegsnijden en het eventuele draadje meetrekken.
Gierst met het water aan de kook brengen en in ongeveer 5 minuten gaar koken. Eventueel nog iets water toevoegen. Gierst ongeveer 30 minuten laten nawellen.
Peultjes onder af en toe roeren, op een middelhoog vuur, bakken in geroosterde sesamolie. Doperwten in 5 à 10 minuten gaar koken en afgieten.
Pruimen klein snijden. Salie en munt fijn hakken. Pruimen, salie en munt toevoegen aan de wellende gierst.
Aalbessen van de takjes plukken of ritsen met een vork. Worteltjes raspen op een fijne rasp. Bosuitjes fijn hakken en het loof in smalle ringetjes snijden.
Bessen, bosui, worteltjes en doperwten door de gierst roeren. Gierst op smaak brengen met olijfolie, peper en zout.
Peultjes naast de gierst serveren.
Ook lekker met kapucijners in plaats van doperwten.
Week 5 van juni