Weekspreuk 12
23 - 29 juni
Sint-Jansstemming
Der Welten Schönheitsglanz.
Er zwingt mich aus Seelentiefen
Des Eigenlebens Götterkräfte
Zum Weltenfluge zu entbinden;
Mich selber zu verlassen,
Vertrauend nur mich suchend
In Weltenlicht und Weltenwärme.
Der wereld schoonheidsglans
Dwingt mij, uit zielendiepten
Van ’t zelfzijn, godenkrachten
Tot vrije wereldvlucht te baren;
Mijzelf nu te los te laten,
Vertrouwend mij alleen te zoeken
In wereldlicht en wereldwarmte.
Een mooie zomer!
De voorgaande weken klonk het in de weekspreuken: wees bereid jezelf los te laten. Nu heeft de zon zijn hoogste punt bereikt en dichter bij het wereldlicht dan nu, zul je niet komen. Loslaten is het motto. Is daar een club voor of een training? Voor de moderne mens is het leven zelf de scholing. En wie niet al te verblind is door het licht van z’n mobieltje komt de leermomenten wel tegen die het leven je voorhoudt. De loop van het jaar heeft betekenis in de levensschool. De zomer roept andere vragen op dan de winter. De zomer is de tijd van de heroriëntatie, de inspiratie, de winter is de tijd van bewaren en bevestiging. Dat laatste gaat je vaak makkelijk af: behouden wat je hebt, kiezen voor zekerheid. De inspiratie maakt het ons lastiger, want die dwingt een stap in het onbekende te zetten. Dan zijn er argumenten genoeg om eens te lachen om al die zweverigheid en het te laten bij hoe het was.
Goethes Faust verzucht: “Ach, twee zielen wonen in mijn borst.” In de ene heersen gewoontes van ons alledaagse zelfbeeld. Dieper verankerd ligt de kern van ons zelf, waarin het verlangen leeft ons met onze oorsprong te verbinden. Onze gewoontes beperken ons; ons ik-wezen verlangt naar ruimte. Hoe mooi is het, om eens aan dat verlangen toe te geven, de consequenties wél onder ogen te zien; de mogelijkheden te overwegen. Wat kan het voor kwaad, je kunt het altijd bij een mooie gedachte laten. Maar geef het ik een kans om zijn wapen in stelling te brengen: het enthousiasme.
Het enthousiasme wakkert het vuur aan dat in de winter smeulend in onze ziel gelegd is. Als dat vuur oplaait, dan verbranden gewoonten; het stijgt op tot in de hemel waar het de warmte van het zomerse zonnelicht ontmoet en kracht geeft aan ons handelen. Het Sint Jansvuur neemt weg wat ons belemmert en ontsteekt wat ons vrij maakt.
Dat wordt een mooie zomer!
De Middeleeuwse Johanneshymne ‘Ut quent laxis’, wendt zich tot de heilige Johannes en vraagt om inspiratie. De beginletters van de strofen zijn door Guido van Arezzo gebruikt om zijn leerlingen de toonladder te leren
Ut queant laxis,
Resonare fibris,
Mira gestorum
Famuli tuorom,
Solve polluti
Labii reatum
Sancte Iionnes
Opdat uw dienaren
uw miraculeuze daden
vrij kunnen bezingen,
Vergeef hun schuldige lippen,
Heilige Johannes.
Luister naar:
‘In de Week’ is nu ook in boekvorm verkrijgbaar, klik hier...